Problemen in de taal kunnen zich voordoen zowel in het begrijpen van gesproken en geschreven taal als in het zelf spreken en schrijven van taal. Sommige kinderen beginnen erg laat met spreken of spreken lang in ‘telegramstijl’. Andere kinderen brabbelen heel veel maar worden door hun omgeving nauwelijks begrepen. Er kan sprake zijn van een te kleine woordenschat. Soms beheersen kinderen wel de afzonderlijke woorden, maar hebben ze moeite om deze woorden in een passende zin te zetten.
Taalontwikkeling
Bij problemen in de taalontwikkeling kan de logopedist een belangrijke rol vervullen. Zij doet onderzoek, ze bekijkt wat het kind al wel kan en wat het nog niet kan. Daarna wordt, in overleg met de ouders, een behandelplan opgesteld en kan eventuele behandeling starten.
Ouders spelen een belangrijke rol bij de behandeling van kinderen met taalproblemen. Zij worden ingezet als co-therapeut. Samen proberen we het kind optimaal te ondersteunen zodat de taal zich verder ontwikkelt.
Afasie
Ook volwassenen kunnen taalproblemen hebben. Na een beroerte of CVA kan de taal verstoord zijn. Dan is er sprake van afasie.
Bij volwassenen met een verdenking van afasie wordt onderzoek afgenomen. In overleg met de volwassene en de omgeving worden behandeldoelen vastgesteld, zodat de communicatie geoptimaliseerd kan worden.